Onderste oogleden
Ter hoogte van de onderste oogleden is de huid erg dun en kan er een verslapping van de huid ontstaan met hierdoor een huidoverschot. Verder kunnen sommige patiënten last van extra onderhuids vetweefsel rond de ‘tear trough’ of traangoot.
Dit kan behandeld worden door middel van een onderste ooglidcorrectie of onderste blefaroplastie. Tijdens deze ingreep onder lokale verdoving, wordt er via een incisie onder de wimperrand overtollige huid en onderhuids vetweefsel weggenomen.
Op die manier wordt het overschot aan huid en/of onderhuids vetweefsel weggenomen en een frissere blik gecreëerd. Er ontstaat een litteken dat erg goed geneest en bijna niet meer zichtbaar zal zijn.
Voorbereiding
- Voor deze ingreep onder lokale anesthesie dient u niet nuchter te zijn.
- Een tijdige rookstop is erg belangrijk om wondhelingsproblemen te voorkomen.
- Bij het nemen van bloedverdunners dient u deze tijdig te stoppen, bespreek dit zeker met de chirurg tijdens de raadpleging.
Postoperatief verloop
- U dient gedurende een week geen zware inspanningen te leveren of zware lasten te tillen.
- De eerste week kunnen uw oogleden gezwollen zijn en blauw verkleuren, dit gaat relatief snel voorbij.
Mogelijke complicaties
Zoals bij elke operatie, geeft deze ingreep een risico op bloeding, infectie of een verstoorde wondheling. Bij een onderste ooglidcorrectie zal er gelet worden niet teveel huid weg te nemen, dit om een ectropion te voorkomen. Bij een ectropion komt de onderste ooglidrand een beetje open te staan. Indien dit toch voorkomt, kan het achteraf gecorrigeerd worden.